Halve mal techniek
Deze ‘holle’ objecten werden gemaakt met de ‘halve mal’ techniek. Hiervoor werden van het basisontwerp, ‘de kern’ 2 halve mallen getrokken. Om daarna een hol object, bv een vaas te produceren werd in elk maldeel manueel een plak kleispecie gedrukt. Na het uitharden van de klei werden beide delen uit de malhelften gehaald en daarna aan elkaar gezet met behulp van vloeibare kleispecie (engobe). De naden die ontstonden bij het aan elkaar zetten van beide helften werden daarna zorgvuldig weggewerkt.
Het ontbreken van duidelijk zichtbare naden is dan ook één van de kenmerken van Hasseltse keramiek.
Een vaas werd opgebouwd uit verschillende onderdelen die aparte gegoten of geperste werden.
Een halve vaas als muurdecoratie toont mooi de halve mal techniek, voor het ophangen werden dwars verstevigingen aangebracht die in een volledige vaas niet toegepast werden.
Glazuur
Ongeacht enkele uitzondering die zich eerder situeren in een experimentele context hebben de Hasseltse producten een zeer glanzende deels transparante glazuur. In sommige gevallen werd eerst een grondlaag in glanzend wit glazuur aangebracht waardoor het licht door de daaropvolgende transparante glazuurlaag beter weerkaatst wordt en bij direct (zon)licht de kleurschakeringen meer tot hun recht komen.
Decoratietechnieken
Druipglazuur
Kenmerkend voor de Hasseltse producten is de toepassing van een decoratie in druipglazuur. Deze techniek vergde een goede combinatie van glazuursamenstelling en stooktechniek om het beoogde resultaat te bereiken. Het eindresultaat was dan ook afhankelijk van de gekozen glazuurkleuren, de hoeveelheid veldspaat dat werd toegevoegd om de glazuur te doen aflopen, de stooktemperatuur en duur tot zelfs de plaats waar het object in de oven werd gezet.
Op de kop van deze drakenstaander zijn duidelijk de verschillende glazuurlagen te onderscheiden.
Door het ‘spelen me verschillende elementen werden verschillende effecten gecreëerd
Lusterglazuur:
Niet alleen de modellen werden voor een deel gekopieerd van de gebroeders Massier maar ook hun kleurenpalet en afwerkingstechnieken waren inspiratiebronnen. De wereldberoemde lusterglazuur creaties van Clément Massier waren vermoedelijk een drijfveer om ook in Hasselt een poging te wagen om deze decoratietechniek onder de knie te krijgen. Het beperkt aantal bekende Hasseltse objecten met lusterglazuur en de vrij lage kwaliteit zijn indicatoren dat men er niet in slaagde om deze zeer complexe decoratiemethode met succes toe te passen en deze dus eerder als experimenteel dient beschouwd te worden.
Hasseltse vaas met decoratief patroon in lusterglazuur
Onder glazuur beschildering:
Deze techniek bestaat er in om op monochrome crèmekleurige grondlaag een beschildering aan te brengen die daarna met een transparante glazuurlaag werd bedekt.
Tubeline en reliëf decoratie
Voor het maken van diverse tegelpanelen werden de ontwerpen eerst met houtskool tamponnage op de blanco tegels aangebracht waarna met een pipet een engobe lijn over de zwarte puntjeslijn werd gespoten. Na uitharding werden dan de diverse gesloten vlaken met glazuur opgevuld.
Deze techniek werd in beperkte mate ook op een aantal sierobjecten toegepast.
Toevoegingen:
Met het toevoegen van kragen, voetjes en andere reliëfelementen op bestaande modellen beoogde de fabriek een dubbel doel nl. de makkelijke uitbreiding van het assortiment en het tegemoetkomen aan de steeds veranderende smaak.
Deze rij cache-pots toont mooi hoe de fabriek een aantal varianten ontwikkelde in maat en in uitvoering op basis van één model.
Modelnummer, modelleurs merktekens en codes:
In de bodem van de meeste objecten doorheen alle assortimenten staat een modelnummer bestaande uit maximum drie cijfers dat in
de nog natte bodem ingedrukt of ingekrast werd.Naast het modelnummer dragen vele sier- en gebruiksvoorwerpen dikwijls ook de initialen van de modelleur die het object
heeft gemaakt. De betekenis van de zwarte cijfers en letters die eveneens
dikwijls op de bodem aangebracht werden is tot op heden onbekend.
Merktekens in de bodem van een Hasselts vaasje: het tweecijferig modelnummer, de modelleur initialen VG en in zwart glazuur het cijfer 3.
